Hier vindt u foto's en informatie over de dorpen en buurtschappen in voormalig gemeente Leek en over Nietap in de gemeente Noordenveld. Laatstgenoemde in verband met de ligging tegen Leek.

Midwolde


De geschiedenis van Midwolde

Midwolde is de op een na oudste plaats op de zandrug Vredewold. Zijn kerk dateert uit de 12e eeuw. Hier vestigde Wigbold van Ewsum zich om de vervening aan te pakken. Leek bestond toen nog niet en er werd dan ook gesproken van Nienoord te Midwolde.

De heren van Nienoord hebben de Midwolder kerk altijd beschouwd als de kerk van Nienoord. De geschiedenis van het dorp en zijn kerk is dan ook sterk verbonden met de geschiedenis van de heren van Nienoord, hetgeen duidelijk waar te nemen is in de kerk. De kerk van Midwolde is beroemd geworden door het praalgraf, gebeeldhouwd door Rombout Verhulst. Het rijksmonument is in opdracht van Anna van Ewsum gemaakt nadat haar eerste man, Carel Hieronymus von Inn- und Kniphausen was overleden. Later is een beeld van haar tweede echtgenoot bij het beeld geplaatst. De kerk is eigendom van de Stichting Oude Groninger Kerken. Midwolde is een rustig, agrarisch streekdorp dat zijn eigen karakter goed bewaart.


Wie was. . . Cornelia Sophia Dijk-Weering *

door Siebrand Homan


Cornelia werd op 1 maart 1882 te Midwolde geboren als dochter van Marcus Jans Weering en Antje Wiersma. Marcus was de middelste zoon van Jan Roelfs Weering en Cornelia Egberts Brants. Laatstgenoemd echtpaar woonde te Roderwolde en verscheen op 12 januari 1830 voor notaris Lucas Jans Wichers te Leek en kocht de boerderij 'Groote Plaats' te Midwolde (thans Hoofdstraat 111). De boerderij was het 'blote' eigendom van Anna Lewe van Mattenesse, weduwe Mr. Jacob Trip. Vóór 1817 was de boerderij eigendom van Egbert Lewe, de zoon van Anna Habina Jacoba van In- en Kniphuizen (overleden) en Mr. Edzard Jacob Lewe. Vroeger behoorde 'Groote Plaats' tot Nienoord en zoals de naam al aangeeft, de boerderij was een grote gezien het aantal hectares: in 1832 circa 90 ha.

De oudste zoon van het echtpaar Weering-Brants heette Egbert. Hij trouwde te Leek op 6 april 1848 Trientje Wolters. Het echtpaar beheerde café De Waag in Nietap. In totaal kreeg dit echtpaar acht kinderen waarvan echter slechts één (!) volwassen werd: Grietje, geboren op 17 juni 1857. Egbert overleed in 1864 en Trientje in 1867. De weeskinderen Wolter, Jantje en Grietje trokken toen in bij oom Marcus, waar twee van de drie al snel overleden. De jongste zoon van het echtpaar Weering-Brants, Willem, overleed kinderloos in 1870.

 
                                                   
                                                                                                     Cornelia Sophia Weering
                                                                                             met haar ouders omstreeks 1890.


Marcus huwde Antje Wiersma uit Burum te Kollum op 22 januari 1881. Zij was weduwe van Luurt Harms Gaaikema en had twee kinderen van hem die echter ook waren overleden: respectievelijk anderhalf jaar en vier maanden oud. Antje was op 3 juli 1843 geboren in Burum in de gemeente Kollumerland en Nieuwkruisland.

Dat Marcus op meer dan 50-jarige leeftijd in 1881 nog trouwde, heeft misschien wel verband gehouden met het feit dat hij nog de enige was van de familie Weering! Grietje, zijn oomzegster, was op 10 januari 1881 overleden te Davos Platz in Zwitserland. Zij had daar al op 6 september 1880 door een notaris een 'authentieke acte' op laten maken, een testament. Dat Grietje in Davos verbleef, zal stellig te maken hebben gehad met ademhalingsproblemen. Misschien zijn hieraan ook haar broers en zussen overleden. Het is mogelijk dat leden van de familie Weering zijn overleden aan tuberculose.
 

Een bladzijde uit het 'Poesie' album van Grietje Weering, geschreven in het jaar 1874.

De uiterste wilsbeschikking bepaalde dat haar oom de erfgenaam was, maar dat enkele tantes en neefjes/nichtjes van de Wolters' kant ook een behoorlijk bedrag kregen. Tante Aaltje Wolters was getrouwd met Haatje Brinkman, stoombootkapitein te Leek. Tante Fokkelien Wolters was gehuwd met Jacob Mulder, scheepsbouwer te Vierverlaten. Tante Grietje Wolters was de vrouw van Pieter Albers, koopvaardijkapitein te Leek. Tante Freeke Wolters was de echtgenote van Dr. H. Louwes en Folkert Wolters was getrouwd met Jantje Brinkman. Dat echtpaar woonde in Terheijl.
 

Marcus Weering zelf overleed 16 november 1895 om 09.30 uur te Midwolde, 66 jaar oud. Cornelia was toen 13 jaar. Samen met haar moeder erfde Cornelia het gehele bezit van de familie Weering en dat was niet gering.
 

Een nieuwjaarswens van Cornelia Sophia Weering voor haar ouders; geschreven te Midwolde op 1 januari 1893.

Cornelia Sophia Weering trouwde te Leek op 25 mei 1906 met Berend Dijk. Berend was geboren te Marum (De Haar) op 1 februari 1879 als zoon van Edsge Berends Dijk en Jantje Hulshoff, landbouwers te Marum. Hij was vrijgesteld van militaire dienst omdat hij de enige zoon van het echtpaar was en daardoor kennelijk onmisbaar was op de boerderij. Ook de familie Dijk had een grote boerderij. Samen erfde het echtpaar vele bezittingen, boerderijen en landerijen. Behalve de boerderij aan de Hoofdstraat 124 te Midwolde werden de boerderijen en landerijen verpacht. Op de boerderij aan de Hoofdstraat te Midwolde woonde lange tijd de familie Hedde de Vries. Elke dag kwam Cornelia Dijk-Weering van de overkant om te kijken op de boerderij. 't Moest er altijd pico bello uitzien. Er mocht beslist geen tractor of een melkmachine op de boerderij komen. Steeds waren er ongeveer vijf dikke Belgische paarden die het werk deden.
 

Het echtpaar Dijk-Weering naast hun auto. Van het kenteken is de letter A nog net zichtbaar. Die A stond voor de provincie Groningen.

Elk jaar ging ze met het vliegtuig naar Zwitserland, waarschijnlijk naar Davos, en dan kwam ze altijd langs om afscheid te nemen. Ze was ook dol op kinderen. Ze wilde steeds met 'vrouw' in plaats van 'mevrouw' worden aangesproken. Elk jaar was er voor het personeel een uitje. Brouwers en Borgers bestuurden dan de auto's en aan het eind van de dag was er een zeer verzorgd diner. Op één van die reizen nuttigden Borgers en Brouwers onderweg een harinkje. Dat viel niet in goede aarde bij mevrouw Dijk: "of ze niet genoeg te eten kregen". Eens viel ze in de sneeuw. Iemand (Stuut) lachte. Dat was niet best, dacht iedereen. Maar ze zei: "Laat me maar even zitten en lach ook maar even".

Regelmatig wilde ze winkelen in de stad; Brouwers moest haar rijden. Ze kocht dan cadeautjes, bonbons etc. Brouwers moest de gekochte waren dan dragen. Tot slot gingen ze naar Koos Kerstholt aan de Vismarkt waar ze thee met een gebakje bestelde, ook voor Brouwers. Bij thuiskomst van een reis werd Nico - ze noemde hem haar 'zoon' - uitgenodigd om in de woonkamer te zitten. Dat is vóór het huis staande aan de linkerkant. Mevrouw Dijk trok dan aan de 'bel' - een koord waaraan in de keuken achter de voorkamers een bel zat - waarna mevrouw Oosterhuis (het gezin Oosterhuis woonde eveneens in het pand Hoofdstraat 113, maar dan aan de achterkant) kwam en twee glazen rode port moest brengen. Van de gemaakte reizen werd door haar aantekening gehouden in een soort dagboek. Tevens werd het door haar uitgegeven bedrag erbij vermeld! In dat 'dagboek' werd ook geschreven dat het jongvee in het voorjaar naar Friesland werd gebracht en in het najaar weer werd opgehaald. Ook maakte ze op 1 januari steeds de melding dat de pachters op nieuwjaarsvisite kwamen.

 


De boerderij van de familie Dijk-Weering aan de Hoofdstraat te Midwolde.


Op 11 november, Sint Martinus, spoedden de kinderen zich naar 'Vrouw Dijk'. Dáár kregen ze meer dan de gewoonlijke cent of snoep: ze kregen een dubbeltje!

Mevrouw Dijk was ontzettend bang voor brand. Met de kerstdagen mochten er alleen maar kaarsen branden in de omgeving van de pomp en was er géén kerstboom.

Kees Hummel was er de tuin- en timmerman. Achter het huis aan de Hoofdstraat 113 werden in kassen begonia multiflora gekweekt die naderhand in perken in de voortuin werden geplant. Eens in het jaar kwam Apol, die de (vrucht)bomen snoeide, ook aan de Hoofdstraat 124. Opmerkelijk is dat vier van de zes dochters van Tienstra gediend hebben bij mevrouw Dijk-Weering. Eerst woonde het paar Dijk-Weering in Marum, later in Haren en tenslotte in Midwolde. Het echtpaar had geen kinderen. Berend Dijk overleed te Midwolde op 6 juli 1943. Cornelia Sophia Weering overleed op 22 oktober 1966 in het in 2005 afgebrande huis aan de Hoofdstraat 113 te Midwolde. Dat is de woning op de foto op het achteromslag van deze jaargang Historisch Leek. Zij richtte in 1964 de stichting 'Stichting Dijk-Weering fonds' op, waarin al de bezittingen werden ondergebracht.

 

Bij testament van 17-7-1964 werd door mevr. Cornelia Sophia Weering, weduwe van de heer Berend Dijk, verleden voor notaris Huisman te Grootegast, de Stichting Dijk-Weering Fonds in het leven geroepen. De Stichting is gevestigd in Midwolde en heeft onder andere tot doel (verkort weergegeven):
 

I) met de jaarlijkse zuivere opbrengst van de onroerende goederen:
a. het uitzenden van behoeftige zwakke kinderen, uitsluitend woonachtig te Midwolde, naar neutrale koloniehuizen, tot een maximum van drie kinderen per jaar;
b. het jaarlijks verstrekken van een kerstgift voor het kerstfeest van de kinderen van de openbare lagere school te Midwolde, ten bedrage van vijftig gulden;
c. het aanleggen en exploiteren van proefvelden op de boerderij Hoofdstraat (nummer onbekend)
d. de ondersteuning van de activiteiten, waarmee een vergelijkbaar doel wordt nagestreefd.

II) met de zuivere opbrengst van fl. 10.000,- stichtingskapitaal het onderhoud van allerlei familiegraven en proefvelden; III) met de zuivere opbrengst van fl. 10.000,- stichtingskapitaal het onderhoud en zo nodig gedeeltelijk of geheel vernieuwen van het uurwerk in de toren van de Nederlandse Hervormde Kerk te Midwolde, gemeente Leek, benevens het verlichten van dat uurwerk.
 

* De genealogische gegevens komen uit de burgerlijke stand van de gemeente Leek; successiememories bevinden zich in het Regionaal Historisch Centrum, Groninger Archieven te Groningen; kadastrale gegevens zijn afkomstig uit het Kadaster te Groningen. Verder heb ik gesproken met mevr. Hut - de Vries te Roden, de heer N. Brouwers te Leek en de heer J. Oosterhuis te Roden. De illustraties zijn afkomstig van mevr. Hut en de heer Oosterhuis.